Kristallijn
Bij een kristallijne stof nemen de deeltjes van een materie een geordende positie in ten opzichte van elkaar. De opgeplooide ketens bestaan dan in opgeplooide toestand naast elkaar. Aangezien kunststoffen ketenmoleculen zijn, zijn ze moeilijk te structureren. De meeste kunststoffen zijn bijgevolg (gedeeltelijk) amorf. Er zijn drie voorwaarden waaronder een kunststof kan kristalliseren: de keten moet lineair zijn (ze mag dus geen vertakkingen hebben), de zijgroepen mogen niet volumineus zijn en de keten moet een regelmatige plaatsing van de zijgroepen hebben ten opzichte van de hoofdketen (tacticiteit).
Volledige kristallisatie is echter bij macromoleculaire stoffen niet mogelijk. Dit komt omdat de ketens nooit een volledig regelmatige structuur vertonen en er tussen de ketenmoleculen verstrengelingen voorkomen die het kristalpatroon verstoren. Naast de kristallijne fase komt dus bij een kunststof steeds een amorfe fase voor. De kristalliniteit wordt bijgevolg uitgedrukt als het percentage gekristalliseerd materiaal ten opzichte van de totale hoeveelheid polymeer.