C
22 DefinitiesC-vezel (koolstofvezel)
Koolstofvezel is koolstof in vezelvorm die gebruikt wordt in zeer sterke en lichte composieten. De vezel kenmerkt zich door een zeer kleine rek voordat deze breekt (minder dan een kwart van de rek van aramidevezel). Koolstofvezel heeft als eigenschap dat het niet roest onder invloed van water en zuurstof. De voornaamste voordelen van koolstofvezels zijn: uitstekende mechanische eigenschappen bij zowel trek als druk, goede thermische weerstand (geen uitzetting), lage dichtheid en goede chemische stabiliteit. Als nadelen vernoemen we: zeer duur, breekbaar, gevoelig voor schokken en zwak bestand tegen slijtage. Koolstofvezelcomposieten worden gebruikt in toepassingen waar laag gewicht, grote sterkte en grote stijfheid nodig zijn, zoals in de luchtvaart, in de auto industrie, bij masten en gieken van zeiljachten en in de bouwindustrie. Koolstofvezels worden voornamelijk gebruikt als uitwendige wapening.
Capillair werking
Een capillair is een buisje met een kleine binnendiameter dat gebruikt kan worden om een vloeistof op te zuigen. Dit kan gebeuren met behulp van een zuigballonnetje ofwel door de capillaire werking zelf. Capillairen voor dit doel zijn vaak van glas gemaakt, zodat men het vloeistofniveau kan aflezen
Carbon
Carbon ook wel koolstof genaamd is de gangbare benaming voor een composietmateriaal dat bestaat uit koolstofvezels en kunsthars. Het onderscheidt zich door een grote sterkte, een grote stijfheid en een laag gewicht. kijk voor meer info; https://www.v-sure.eu/nl/producten/vezelversterking/carbon/
Cellulose
Cellulose is een polymere suiker die door nagenoeg alle planten wordt gemaakt (vooral bomen) en die de plant stevigheid geeft. Hout bestaat voor een groot deel uit cellulose, maar bevat ook andere stoffen zoals lignine. Katoen en watten zijn nagenoeg zuivere cellulose. Cellulose wordt o.a. gebruikt voor de fabricage van papier, textiel, watten, viscose, en celluloid.
Cellulosegips
Cellulosegips is een gips gemaakt uit bio afbreekbare koolhydraatpolymeren. Cellulose wordt ingezet als verdikkingsmateriaal en om het rheologisch gedrag te sturen (rheologie is de wetenschap die de vervorming van materie en materialen onderzoekt, waarbij men de relaties tussen rek, spanning en tijd bestudeert).
Celluloseplamuur
Celluloseplamuur is een plamuur gemaakt uit bio-afbreekbare koolhydraatpolymeren. Cellulose wordt ingezet als verdikkingsmateriaal en om het rheologisch gedrag te sturen. (rheologie is de wetenschap die de vervorming van materie en materialen onderzoekt, waarbij men de relaties tussen rek, spanning en tijd bestudeert).
Cellulosevezel
Cellulosevezel is een vezel opgebouwd uit bio-afbreekbare koolhydraatpolymeren. Cellulose wordt ingezet als verdikkingsmateriaal en om het rheologisch gedrag te sturen. (rheologie is de wetenschap die de vervorming van materie en materialen onderzoekt, waarbij men de relaties tussen rek, spanning en tijd bestudeert).
Cementmortel
De methode met cementmortel is een methode die gebruikt wordt bij het aanleggen van een vijver. De voorbereiding bestaat erin een hechtlaag aan te brengen, dit kan een spaanplaten-, cementmortel- of gips-juteondergrond zijn. De cementmortelondergrond is aan het oppervlak poreus, zodat een beetje hars opgezogen wordt. De cementmortel moet eerst 28 dagen uitharden, alvorens men de bekleding met polyester en glasmat kan beginnen.
Centrifugaal gieten
Deze verwerkingsmethode bestaat erin om gevulde harsen voorzien van glasvezels en kwartszand in een ronddraaiende buis te gieten en door de middelpuntvliedende kracht de massa naar buiten toe te slingeren, m.a.w. naar de buitenkant van de mal. Hierdoor bekomt men een gladde buitenzijde, waarvan men de dikte kan bepalen door de aangebrachte harsmassa. Deze techniek wordt vooral gebruikt om buizen en tuben te produceren.
CHP-harder
Een verharder of harder is de benaming die meestal gebruikt wordt voor peroxyden (verharders voor polyesterharsen) CHP-harder (cyclohexanonperoxide) wordt enkel bij specifieke toepassingen gebruikt. kijk voor meer info: https://www.v-sure.eu/nl/yc-harder-chp-gelc.-rep-flesje-20-gr
Coating
Een coating (deklaag) is een mengsel van stoffen die op verschillende producten gestreken kan worden. Coatings worden aangebracht op metaal, hout, glas, kunststof, papier, etc. Een coating bestaat uit de volgende onderdelen: pigment, oplosmiddel, bindmiddel. Om de eigenschappen te verbeteren, kunnen ook hulpstoffen worden toegevoegd. Een coating wordt ingezet om de eigenschappen van het materiaal te verbeteren. Enkele voorbeelden zijn: een anti-statisch coating op polyester foliën, een coating die het gecoate materiaal geleidend maakt en een coating die het materiaal ondoordringbaar voor olie en vet maakt.
Cobalt versneller
Cobalt versnellers zijn wellicht de meest gebruikte versnellers en worden gebruikt bij de MEKP, CHP en ACP-harders. Een cobalt versneller is een diep violette vloeistof (metaal). Wanneer de versneller wordt toegevoegd, start in combinatie met een peroxide de vorming van radicalen, hetgeen de harding versnelt. Cobalt versnellers hebben weinig invloed op de kleur van het eindproduct, geven geen stabiliteitsproblemen, geen verkleuring door het UV- licht en hebben weinig invloed op luchtinhibitie in de hars na inmenging van uithardingsmiddelen. Cobalt versnellers zijn daarentegen wel gevoelig voor vocht en invloeden van vulstoffen en pigmenten.
Cobaltoctoaat
Oplossingen van cobalt octoaat versnellen het hardingsproces. kijk voor meer info: https://www.v-sure.eu/nl/versneller-cobalt-1-0-5-kg
Composietelement
Een composietelement is een element dat uit verschillende delen is samengesteld, vaak in meerdere lagen.
Composieten
Composieten zijn heterogene materialen die opgebouwd zijn uit twee verschillende materialen met verschillende eigenschappen, die elk een eigen mechanisch doel hebben. Door de composietsamenstelling kan men de goede eigenschappen van de afzonderlijke materialen combineren. Belangrijke composieten zijn de ‘vezelversterkte kunststoffen’, dit zijn combinaties van harsen en versterkingsvezels . Ze vormen een interessant alternatief voor verschillende traditionele materialen omdat ze zowel sterk als licht zijn. Vandaag de dag komen composietmaterialen voor in alle sectoren van de industrie, gaande van de automobielsector, de bouwsector tot de scheepvaart, de vliegtuigbouw etc.
Composietlaminaat
Composietlaminaat is opgebouwd uit twee (of meer) verschillende materialen met verschillende eigenschappen, die elk een eigen mechanisch doel hebben. Door de composietsamenstelling kan men de goede eigenschappen van de afzonderlijke materialen combineren. Belangrijke composieten zijn de ‘vezelversterkte kunststoffen’, dit zijn combinaties van harsen en versterkingsvezels.
Composietmatrix
De matrix is één van de elementen waaruit een composietproduct bestaat. De matrix is een macromoleculair materiaal dat de verschillende versterkende vezels met elkaar verbindt. Hierbij moet de matrix de spanningen van de structuur verdelen en overdragen op de vezels. De intense verbinding tussen de matrix en de versterkingsvezels is dé basis van elk composietmateriaal. Voor deze matrix kunnen er vele verschillende harsen in aanmerking komen zoals polyesters, polyurethaan, vinylester, epoxy en siliconen.
Composietprofiel
Een composietprofiel is de L, U of O-profiel dat adhv pultrusie methode is vervaardigd geworden, meestal uit glasvezel versterkt polyester.
Composietstructuur
De composietstructuur is de samenstelling van twee heterogene materialen die elk hun eigen mechanische eigenschappen hebben tot één coherente structuur. Uit deze structuur resulteren de mechanische eigenschappen van de kernmaterialen.
Cyanoacrylaat
Cyanoacrylaat is een acrylaat dat gebruikt wordt om sporen op lichte oppervlakken en zwakke sporen meer zichtbaar te maken. Men doet dit door de onderzochte objecten met cyanoacrylaat te bedampen. Om het contrast van met cyanoacrylaat zichtbaar gemaakte sporen op lichte oppervlakken en ook zwakke sporen te verbeteren, kunnen de met cyanoacrylaat bedampte objecten met fluorescerende kleurstofoplossingen behandeld worden.
Cyanoacrylaatlijm
Cyanoacrylaatlijm is als volgt samengesteld: het bevat o.a. methyl-, ethyl- en butylester van cyanoacrylzuur, methylmethacrylaat, hydrochinon en ftalaten. Cyanoacrylaatlijm kan de huid aan elkaar doen plakken. Zeker bij de oogleden is voorzichtigheid geboden. Bij voortdurend huidcontact bestaat de kans op overgevoeligheid. Cyanoacrylaatlijm wordt als veelzijdige secondenlijm gebruikt.